woensdag 1 mei 2013

EEN BIJZONDERE KONING!

Heel lang geleden was er een land. Niet zomaar een land. Een heel bijzonder land. Een land waar mensen tevreden waren met wat ze hadden en ook met wat ze niet hadden. En ze hadden een Koning. Niet zo maar een Koning. Een bijzondere Koning. De koning van dat land voelde zich niet verheven boven zijn volk. Als eerste onder zijn gelijken stond hij midden tussen zijn volk. En toch wist en zag iedereen, dat is onze Koning. En vaak als mensen ziek waren gingen ze naar het paleis en de Koning had alle tijd voor ze. Hij pakte dan een hand en keek hen indringend in de ogen. De mensen konden nooit precies na vertellen wat er dan gebeurde. En als ze dan weer terug gingen naar huis voelde ze onderweg zich langzamerhand weer opknappen. Ook zei de Koning zinnen als : je bent je eigen Koning. Ga heen en onderzoek je zelf,opdat jij je eigen Koning kan worden. De mensen vonden dat in het begin wel raar. Geleidelijk aan begonnen ze te ontdekken wat hun Koning met dat soort zinnen bedoelden. Er ontstonden koningskringen waarin mensen met elkaar op onderzoek gingen. Zichzelf en elkaar gingen bevragen op hun eigen koningschap. Wow, Dat is tof,kon je in die tijd in de "kranten lezen "als weer een lid van een koningskring werd geciteerd. Nou ja, er waren natuurlijk in die tijd nog geen kranten,zoals we die nu kennen. Ze hadden zo hun eigen mondelinge nieuwsvoorziening. Dat was een feest op zich! Natuurlijk de Koning kon niet iedereen genezen.En ook de mensen die naar de Koning gingen en niet meer beter werden,voelden zich getroost wanneer de Koning hen in de ogen keek. Ze voelden zich gezien in hun leven,in wat zich van binnen bij hen afspeelden. En zonder uitzondering kwam er een serene rust over hen en een weldadige aanvaarding van wat het te wachten stond. 

en iemand op facebook reageerde met: en ze leefden nog lang en gelukkig.
Dat niet alleen. Er was nog iets bijzonders met de Koning en zijn volk. Op zekere dag ging de Koning een rondreis maken en bleef in iedere dorp wel een week. En elke dag kwamen de dorpelingen naar een plek in het dorp waar iedereen kon zitten en beschut was tegen de zon. Meestal in de schaduw van een grote,oude boom. En de koning vertelde dan over zijn dromen,zijn nachtelijke ingevingen,of zijn weten. Dat het leven een feest kan zijn als we kunnen zijn met wat er is. Een feest kan zijn als we leven vanuit eenheid. Eenheid? Daar heb je onze Koning weer,waren de eerste reacties als de Koning daarover ging vertellen. En ze wisten, dat hun rare Koning waar ze zoveel van hielden,niet zo maar iets vertelde. Dat achter wat zij in het begin raar vonden,een grote wijsheid school.En de Koning liet in elk dorp de mensen rustig uitraren,omdat hij wist, dat het hen ontvankelijk zou maken voor wat hij te vertellen had.Ja, sprak hij dan,er is geen wij en zij en ik en jij. Ho,ho,wacht even,dat ging de meeste dorpelingen toch echt te ver. Geen wij en zij en geen ik en jij? Dat kan toch niet? Jawel sprak de Koning dan. We zijn allemaal met elkaar verbonden,of we het nou willen of niet. We zijn niet van elkaar afgescheiden. En ook niet van de dieren en de natuur. Ja ,maar hoe kan dat nou. Dan hebben ze me altijd het verkeerde geleerd. En de Koning legde dan uit dat er geen verkeerde leren bestaat of bestond. Dat de meesters in het land hun best hadden gedaan om naar hun beste weten te vertellen over het leven. En dat die kennis aan verandering onderhevig is. Er nieuwe inzichten kunnen ontstaan.Dat we de meesters dankbaar moesten zijn----de meesters onder de dorpelingen fleurden bij die woorden altijd weer op- omdat zij de basis hadden gelegd en hun voorgangers en hun voorgangers enzovoort. Oh ja.dat is waar. Er wordt altijd voortgebouwd op de kennis en het weten van onze ouders en voorouders. Dat wisten de mensen heel goed. Zo was het met de ontwikkeling van veel ambachten en de landbouw en het houden van dieren ook gegaan. Dat was ook niet altijd hetzelfde gegaan.En ze werden enthousiast.Vertel,vertel en de Koning vertelde en eindigde steevast met: ga zelf op onderzoek uit,ga elkaar bevragen,ga jezelf bevragen en deel de antwoorden en kijk en voel of je die eenheid kunt ervaren en wat dat met je doet. Hoe je leven en het leven in je dorp er dan uit gaat zien.En er ontstonden spontaan eenheidskringen waarin mensen met elkaar in gesprek gingen.Niet vanuit kennis. Van uit weten,vanuit ervaren,vanuit delen.En ze leefden inderdaad nog lang en gelukkig.